De bijbel is het meest verkochte boek ter wereld. Al vele jaren aan de top van de ranglijst (Guinnes world records).
De bijbel is het meest vertaalde boek ter wereld. In meer dan 500 talen vertaald; en gedeelten van de bijbel in meer dan 2300 talen en dialecten vertaald (en.wikipedia.org).

De bijbel: het meest gelezen boek ter wereld.
Dus wel het meest geliefde boek ter wereld.
De bijbel is in vele landen verboden.
De bijbel is het meest verguisde en verb(r)ande boek ter wereld.
Dus wel het meest gehate boek ter wereld.
De bijbel moet derhalve wel een uitzonderlijk boek zijn.

Ap. Paulus schrijft aan Timotheus in 2Tim 3:15-17:

dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is. Al de Schrift is van God ingegeven en is nuttig tot lering, tot weerlegging, tot verbetering, tot onderwijs in de rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaakt toegerust.

En de Here Jezus leert Zijn discipelen (Luk 24:44)

En Hij zei tot hen: Dit zijn de woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog met u was, namelijk dat het alles moest vervuld worden, wat van Mij geschreven is in de Wet van Mozes, en de Profeten, en Psalmen.

De bijbel is het woord van God. En Jesaja voegt hier nog aan toe in Jes 40:8

Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord van onze God bestaat in eeuwigheid.

Het woord van God dat niet alleen in geschrift aan mensen werd gegeven. Maar ook in het vlees, in een mens. Namelijk in Jezus Christus. De apostel Johannes schrijft dat zo in Joh 1:14:

En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond -en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader-, vol van genade en waarheid.

nadat hij zijn evangelie is begonnen met de woorden:

In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God (Joh 1:1)


Een andere omschrijving formuleert: de bijbel is het woord van God, door mensenmonden betuigd. Wat doet denken aan wat ap. Paulus schrijft in 1Cor 13:9-10

Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele; Doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, teniet gedaan worden


Alfred Edersheim een Joods-christelijke predikant uit de 19e eeuw, schreef:
De bijbel is een verslag van de ontwikkeling van Gods koninkrijk;
a. in uiterlijke vorm in het Oude Testament middels het volk Israel, en
b. in innerlijke vorm in het Nieuwe Testament middels de verandering van het hart, door de navolging van Jezus Christus, de Messias.

De bijbel een uitzonderlijk boek; bestaande uit 39 boeken in het Oude en 27 boeken in het Nieuwe Testament. Geschreven tussen ongeveer 1500 voor Chr. en ca 100 na Chr. Geschreven door staatslieden, dichters, veehoeders, profeten, vissers, een tollenaar, een schriftgeleerde. Verbonden door één drijfveer: ze hadden hun leven over voor de zaak van Gods koninkrijk. Fanatiekelingen?
Dat is juist het wonderlijke: vrijwel zonder uitzondering volgden ze de oproep uit Micha 6 vs 8:

Wat vraagt God anders van u, dan recht te doen, weldadigheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God?

of de oproep van Jezus Christus uit Matt. 5 vs 44

Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken; doet wel degenen, die u haten; en bidt voor degenen, die u geweld doen, en die u vervolgen.


Nee, dit zijn geen woorden van of tot fanatici.

Ook de betrouwbaarheid van de bijbel is buiten kijf:
Van het Nieuwe Testament zijn meer dan 10.000 fragmenten gedeeltelijk of geheel in de loop der eeuwen bewaard gebleven en verzameld in musea, universiteits-bibliotheken of particuliere verzamelingen. Het Nieuwe Testament zelf gaat uit van het Oude Testament als het Woord van God, zie ook de boven aangehaalde verzen Luk 24:44 en 2Tim 3:15-17.
De vondst van de Dode Zee-rollen (gevonden in 1948) hebben de betrouwbaarheid van het Oude Testament nog eens duidelijk bevestigd.

Wat wil de bijbel ons vertellen?

In zes dagen schiep God de hemel en de aarde en al wat daarop en daarin gevonden wordt. En op de zesde dag als laatste de mens: man en vrouw schiep Hij de mens. Met de bedoeling, dat de mens tot volmaaktheid zou komen (Gen 2:3)

En God heeft de zevende dag gezegend, en die geheiligd; omdat Hij op dezelve gerust heeft van al Zijn werk, dat God geschapen had, om te volmaken.

Zeker zou de zondeloze mens tot die volwassenheid gekomen zijn, ware het niet dat hij God ongehoorzaam werd en in het vangnet van de zonde verstrikt raakte. Steeds verder verstrikt raakte, getuige bijvoorbeeld de broedermoord op Abel door Kaïn (Gen 4:8) en -zeven generaties later- het wraaklied van Lamech (Gen 4:23-24). Steeds meer raakte de mens verward in het vangnet van de zonde tot tenslotte de gedachten van de mens te allen dage alleen maar boosheid was (Gen 6:5). Alleen Noach werd nog rechtvaardig bevonden door God. Met zijn gezin werd Noach daarom door God gespaard voor de zondvloed, die over de wereld kwam; ruim 1600 jaar na de schepping (Gen 7:1).

Zo'n kleine 400 jaar na de zondvloed lezen we in hetzelfde boek Genesis, dat de nieuwe mensheid opnieuw in zonde verstrikt raakte. En dat God opnieuw verder gaat met één man: Hij roept Abram -later Abraham- uit het afgodische (Joz 24:2) Ur der Chaldeeën.

Toen zei Jozua tot het gehele volk: Alzo zegt de HEERE, de God van Israel: Aan gene zijde van de rivier hebben uw vaders van oudsher gewoond, namelijk Terah, de vader van Abraham, en de vader van Nahor; en zij hebben andere goden gediend.

Hij kende die God niet. Maar Abraham volgt die roepstem en komt terecht in het land, waarin, zo werd hem beloofd, later zijn nageslacht Israel erfelijk wonen zou

Mij aangaande, zie, Mijn verbond is met u; en gij zult tot een vader van een menigte van volken worden!En uw naam zal niet meer genoemd worden Abram; maar uw naam zal wezen Abraham; want Ik heb u gesteld tot een vader van een menigte van volken. En Ik zal u gans zeer vruchtbaar maken, en Ik zal u tot volken stellen, en koningen zullen uit u voortkomen. En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en u, en uw zaad na u in hun geslachten tot een eeuwig verbond, om u en uw zaad na u, te zijn tot een God, En Ik zal u, en uw zaad na u, het land uwer vreemdelingschappen geven, het gehele land Kanaän, tot eeuwige bezitting; en Ik zal hun tot een God zijn.

Maar eerst zouden zij wonen in een land, dat hen verdrukken zou en waaruit zij tenslotte zouden worden bevrijd door diezelfde God, weer zo'n 400 jaar later (Gen 15:13;Ex 12:40-41).

Dit, uit Egypte bevrijde volk, de nakomelingen van Abraham, het volk Israel, had God Zich uitverkoren, om door hun voorbeeld de andere volken tot Hem te trekken

Ziet, ik heb u geleerd de inzettingen en rechten, gelijk als de HEERE, mijn God, mij geboden heeft; opdat gij alzo doet in het midden van het land, waar gij naar toe gaat, om het te erven. Behoudt ze dan, en doet ze; want dat zal uw wijsheid en uw verstand zijn voor de ogen der volken, die al deze inzettingen horen zullen, en zeggen: Dit grote volk alleen is een wijs en verstandig volk! Want welk groot volk is er, aan wie de goden zo nabij zijn als de HEERE, onze God, zo dikwijls als wij Hem aanroepen? En welk groot volk is er, dat zo rechtvaardige inzettingen en rechten heeft, als deze hele wet is, die ik heden voor uw aangezicht geef?

Niet omdat zij zo'n groot(s) volk waren, maar omdat God hen liefhad (Deut 7:7-8). En, als Israel zich zou houden aan Zijn geboden, zou hun welvaart, gezondheid en vrede een stralend voorbeeld zijn van wat Gods zegen bewerkt onder de mensen als zij Zijn geboden volgen (Deu 26:19). Zoals te zien was aan het koninkrijk van Israel onder koning Salomo (1Kon 10:6-7).
Helaas, helaas, na de opgang vanaf Egypte tot het koninkrijk onder Salomo volgde ook de neergang. Een steeds verdere vervreemding van de Heere God door het dienen van andere (af)goden, tot eeuwen later, de straf volgde: de wegvoering in de Assyrische en ruim een eeuw later in de Babylonische ballingschap. Eén en ander zoals voorzegd in de profetieën van Mozes dienaangaande in Deut. 11:26-28, 28:1-2 en 28:15.

Na 70 jaar in ballingschap keerde minder dan een tiende deel terug onder leiding van Ezra en Nehemia. Zij begonnen de herbouw van de tempel en Jeruzalem en aanvaardden straffe maatregelen om het weer afwijken van de Heere God, door met name de afgodendienst, te voorkomen. Maar al spoedig verzandde nu de dienst aan God in uiterlijke vormen. Opnieuw liet de Heere God harde heren over hen toe, dat tot een dramatich dieptepunt kwam onder Antiochus Epiphanes. Door middel van de Makkabeeën bevrijdde de Heere God hen van dit harde juk. Ongeveer een eeuw lang was Israel nu onafhankelijk- in de tweede helft van deze honderd jaar nam, in de hogere kringen van priesterlijke en politieke leiders, de corruptie zienderogen toe; tot het, zich steeds uitbreidende, Romeinse rijk ook Israel onderwierp.
Een onderwerping, die duurde van ca.50 voor Christus tot 70 jaar na Christus en eindigde met de verwoesting van Jeruzalem. Wat, in 135 na Christus, nog weer gebeurde na een hernieuwde opstand.

Inmiddels was de lang verwachte Messias geboren. Messias de Hebreeuwse naam; Christus de Griekse naam; betekent Gezalfde, t.w. met de Heilige Geest (Matth.3:16) Reikhalend was naar deze Profeet uitgezien. Vooral in tijden dat de verdrukking zwaar was.
Lang verwacht. Al vanaf het paradijs, toen de zgn. moederbelofte werd gegeven (Gen 3:15). Steeds weer werd de komst van deze Messias voorzegd:
   profetisch -o.m. in Gen 22:18 en 49:10; Deut 18:18;1Sam 2:10; Psalm 22 en Psalm 110 en door de zogenaamde schriftprofeten Jesaja tot en met Maleachi-
   en in schaduwbeelden (Hebr.8:5; 9:8b-9, 9:23; 10:1).
Steeds kwamen daarbij meer bijzonderheden aan het licht, zoals bijvoorbeeld in Micha 5:2, Jes. 53:5 en Zach 9:9 Bijzonderheden, die meerdere werkzaamheden van deze Messias hebben belicht. Vertroosting, genezing, prediking, zoals deze Messias het Zelf aanduidde in (Luk 4:18-19). Maar ook het (plaatsvervangend) lijden en sterven en tenslotte de opstanding uit de dood.
Al deze voorzeggingen werden vervuld in de loopbaan van Jezus Christus.
Naar de mate, dat de bediening van de Messias meer en meer werd belicht, in dat Oude Testament, werd ook het plaatsvervangend lijden en sterven steeds duidelijker. Vanaf Gen 3:15, en andere plaatsen uiteenlopend van de zo veelzeggende woorden van Jes 53:10 tot de lotgevallen van Jona (zie ook Matt.12:39-40). Onze plaats werd vervangen door Zijn plaats. Onze plaats van zonde, schuld en het hele scala van zonde en zondigheid werd door Hem ingenomen (Ps 40:6-8).

Gij hebt geen lust gehad aan slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij de oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geëist. Toen zei ik: Zie, ik kom; in de boekrol is van mij geschreven. Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden van mijn ingewand.

Hij ontving in onze plaats de straf: de vernedering, de afwijzing, het lijden, de kruisdood, de vloek, de dood Joh 19:17-18, 30.
Wij ontvingen de vrijspraak (als wij onze zonden belijden- 1Joh 1:8-9), waardoor wij met God verzoend kunnen worden.

Men zegt dat het Nieuwe Testament een 200 aanhalingen uit het Oude Testament bevat en vele honderden "afgeleide" aanhalingen. Met recht mag worden gezegd, dat het Oude Testament de "onderbouw", het Nieuwe Testament de "bovenbouw" is in Gods koninkrijk. Het Nieuwe Testament valt ruwweg uiteen in de evangelieën, de handelingen der apostelen na de hemelvaart van de Heer Jezus, de brieven van verschillende apostelen en de openbaring van Johannes.
In de 4 evangelieën worden gebeurtenisen uit het leven van de Heer Jezus hier op aarde, beschreven vanuit 4 verschillende gezichtspunten. Alleen de wonderbare spijziging en de lijdensgeschiedenis hebben deze 4 evangelieën gemeenschappelijk. De evangelieën zijn dan ook geen biografie, maar de vier schrijvers van de evangelieën hebben, ieder vanuit zijn eigen optiek, verschillende gelijkenissen, wonderen en gebeurtenissen beschreven.
De handelingen der apostelen vertellen van de verkondiging van de blijde boodschap door de apostelen (en diakenen). Over de bevestiging van die verkondiging door God, zoals ook Hebr 1:3 vermeldt,

God bovendien medegetuigende (aan de verkondiging van de blijde boodschap) door tekenen, en wonderen, en menigerlei krachten en bedelingen van de Heilige Geest, naar Zijn wil.

overeenkomstig de belofte die God al door Jesaja had gegeven in hoofdstuk 53: 10-12

als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand voorspoedig voortgaan. Om de arbeid van Zijn ziel zal Hij het zien, en verzadigd worden; door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen. Daarom zal Ik Hem een deel geven van velen, en Hij zal de buit der machtigen delen, omdat Hij Zijn ziel uitgestort heeft in de dood, en met de overtreders is geteld geweest, en Hij de zonden van velen gedragen heeft, en voor de overtreders gebeden heeft.


In de brieven vinden we uiteenzettingen over het christelijk geloof, instructies aan de gemeenten, adviezen inzake problemen, die al dan niet waren voorgelegd en vertroostingen inzake de soms zware vervolging, die de christenen ondervinden.
In de openbaring van Johannes tenslotte wordt de toekomst van de kerk geopenbaard tot aan de wederkomst van de Koning van de kerk, Jezus Christus en de tijd daarna.